Antwerpse EL-zone Zora mikt op verbetering wonen, tandzorg en GGZ

Een omgevingsanalyse van eerstelijnszone Zora leert dat  drie thema's prioritair moeten worden aangepakt: tandzorg, wonen en psychologische zorg. "Samen met ons netwerk en burgers gaan we met deze thema's aan de slag en willen we een positieve impact hebben op de levenskwaliteit van de burgers en eerstelijnszone Zora", laat dr. Herlinde Wynants weten. Voorzitter en prof. em. Jan De Lepeleire licht toe.

"Wonen was inderdaad een van de belangrijke thema’s. Op 24 mei aanstaande wijden we trouwens onze vergadering voor een deel aan wonen. Dat thema zal gebracht worden door prof. em. Luc Goossens, socioloog. Voor kwetsbare doelgroepen is de woonfunctie uitermate belangrijk."

Stiefmoederlijke tandzorg

"Wat tandzorg betreft, stelden we voor een aantal groepen ook een groot probleem vast. Naar aanleiding van een recente lezing die ik hield voor tandartsen, zocht ik enkele cijfers op. Preventieve tandzorg in Vlaanderen wordt slechts toegepast bij 40% van de burgers, daar waar kankerscreening op 65% ligt. Een groot verschil. Ik ben betrokken bij twee doctoraten tandheelkunde, een eerste rond tandzorg in de woonzorgcentra. Uit die reviews en meta-analyses blijkt dat de mondgezondheid een enorme impact heeft op de outcome van andere belangrijke gezondheidsproblemen zoals cardiovasculaire ziektes, diabetes, enzovoorts. Dat is nog te weinig geweten. We verwerken dit ook in de nieuwe cursus voor CRA’s."

GGZ en 'psychiatertekort'

Tot slot is GGZ een issue. We proberen te inventariseren wat er aan GGZ beschikbaar is in onze eerstelijnszone. Dat is heel veel, maar we krijgen er moeilijk een algemeen zicht op, en dan ben ik  nog geprivilegieerd omdat ik getrouwd ben met een psychiater die al heel wat contacten heeft in de regio."

"Het blijft moeilijk om te zien wie beschikbaar is voor welke problematiek en de doorverwijzingsflow te kennen. Dat er een sterk tekort is aan psychiaters, wil Jan De Lepeleire nog betwijfelen: “Bekijk je de tijdsbesteding in de GGZ, dan zegt een weliswaar niet meer helemaal actueel beleidsdocument van Jo Vandeurzen dat het aantal uren, besteed aan direct patiëntencontact veel hoger zou moeten liggen. Er worden bijvoorbeeld heel veel teamvergaderingen georganiseerd, maar de cijfers over het direct patiëntencontact zijn zeer verontrustend."

"De psychiaters en de GGZ-werkers kijken voor een stuk te weinig naar hun eigen functioneren”, is mijn persoonlijke kritiek. Ik spreek dan niet als voorzitter van Zora maar uit eigen naam. Wat gebeurt er concreet? Je verwijst iemand, je moet dan een hele tijd wachten voor die persoon een intake kan hebben, die intake zullen ze dan eens met iedereen bekijken… dat is niet meer van deze tijd."

Er was de conventie eerstelijnspsychologische zorg die het probleem zou aanpakken. "Op een gegeven ogenblik werden die extra uren onvoldoende ingevuld waarop minister Vandenbroucke kwaad werd en ermee dreigde om het budget naar beneden te halen. Qua organisatie blijft men soms wat te veel in de klassieke patronen hangen", aldus de professor emeritus.

Of teleconsultatie geen tijdswinst oplevert? "Soms kan dat winst opleveren. Zo ken ik een psychiater die bijna uitsluitend daarop inzet waardoor hij niet veel meer in het ziekenhuis aanwezig is. Maar dat zijn uitzonderingen."

"Ik betwijfel wel of het veel effect heeft op de capaciteit, als je een halfuur met je patiënt praat via teleconsult dan wel face-to-face. Telkens blijft dat een halfuur."

Jan De Lepeleire haalt zich ook nog een vroegere KCE-studie over het MOC voor de geest. "Toen bleek dat maar in 2,7% van de gevallen de huisarts betrokken werd. Ikzelf maakte het ooit mee dat ik een MOC zou bijwonen maar toen ik in het ziekenhuis stipt aankwam, liet men me weten dat de chirurg net vertrokken was. Zo was ik wel anderhalf uur van mijn tijd kwijt."

"Toen waren er weliswaar nog geen online mogelijkheden zoals nu, maar men zag dat niet als een opportuniteit van overheidswege, wel als een mogelijke fraudebron vanuit artsenzijde. Maar ze ondernemen zoveel buiten de huisartsen om: MOCs, vroegtijdige zorgplanning…"

"De MOCs werden al lachend ook wel de ‘best betaalde campussen van het land’ genoemd. Bij die KCE-studies destijds over de MOC’s waren er 3,2 FTE’s beschikbaar voor de omkadering alleen. Hoeveel omkadering is er voor overleg in de thuiszorg? Die middelen hebben ze pas helemaal afgebouwd!"

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.